In oorlogsnood: Lovelings oorlogsdagboek 1914-1918
Virginie Loveling was 78 toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Vanaf de eerste dag hield ze een dagboek bij als een nieuwsgierige, eigenzinnige getuige. Ze wist dat dit verboden was, maar wilde koste wat kost haar ervaring doorgeven aan de wereld. Bijna elke dag schreef ze haar bevindingen op. Ze gebruikte vaak haar hoge leeftijd als excuus om ’s avonds in straten te kunnen wandelen, waar ze in feite niet mocht komen. Alles werd op kleine, geruite velletjes papier bijgehouden, die in pakketjes met garen werden samen genaaid en overal in huis verstopt. Eén keer kreeg ze controle en werd er gezocht tot in haar naaimand. Zonder resultaat.
Dankzij haar testamentuitvoerder Maurits Basse, werd het manuscript, samen met andere ego-documenten in de Gentse Universiteitsbibliotheek gedeponeerd. Daar bleef het jarenlang in een groene doos in de kelder bewaard met als stille, grootste fan Antonin Van Elslander. Tot het in 1999, door zijn stimulans en met steun van de KANTL, een eerste keer als teksteditie werd uitgegeven. Het bleek zo'n revelatie te zijn dat Meulenhoff Manteau in 2005 en de Bezige Bij in 2013 een bewerkte en ingekorte editie uitgaven. De Boekentoren stelt de volledige tekst van het dagboek open in de online catalogus.
Het oorlogsdagboek werd als Vlaams Topstuk erkend en is één van de 52 topstukken uit onze erfgoedcollectie.