Het Liber Floridus
Het meest bekende topstuk uit de collectie is uiteraard het Liber Floridus, sinds 2008 op de lijst met topstukken.
Dit handschrift berust al sinds de 13de eeuw in Gent. De auteur van deze middeleeuwse encyclopedie is Lambertus van Sint-Omaars, een kanunnik aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Sint-Omaars. De laatste toevoegingen aan het handschrift van Lambertus dateren uit 1121. Saint-Omer was in de 12de eeuw één van de vooraanstaande economische en culturele centra van het Graafschap Vlaanderen.
Een cruciaal gegeven aangezien Lambertus’ Liber Floridus als encyclopedie voor alles een compilatie is van uittreksels uit andere boeken waar hij in Sint-Omaars toegang toe had. Zo gebruikt en kopieert Lambertus uitvoerig de veel oudere en destijds toonaangevende encyclopedieën van Isidorus van Sevilla, Beda Venerabilis en Rabanus Maurus, maar evenzeer bijna honderd andere bronnen. Op zijn beurt werd het werk van Lambertus diverse keren overgenomen, wat blijkt uit de vele bewaarde latere kopieën.
Wie was Lambertus?
Over de auteur van het Liber Floridus is relatief weinig geweten. Veel informatie kunnen we uit zijn naam Lambertus niet afleiden, want de naam was allesbehalve uitzonderlijk in die tijd. Wel vermeldt hij zijn vader Onulphus die net als hijzelf als kanunnik aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Sint-Omaars verbonden was. Onulphus overleed in 1077, van Lambertus kennen we geboorte- noch sterfdatum. Helemaal achteraan in het Liber Floridus is een stamboom ingebonden van de voorouders langs moederszijde. Die gaat terug tot Lambertus’ betovergrootvader Odwin. Tot slot last hij een zelfportret in en plaatst zichzelf daarmee in een lange traditie waarbij de auteur schrijvend aan zijn werk bij het begin van het boek uitgebeeld wordt.
Een middeleeuwse encyclopedie...
Het Liber Floridus is een middeleeuwse encyclopedie waar inhoud schijnbaar op geen enkele manier georganiseerd werd maar de hoofdstukken elkaar soms in willekeurige orde opvolgen, met de bedoeling verlies van ‘kennis’ tegen te gaan. De encyclopedie kent een organische opbouw, waarbij kennis in het wereldbeeld zit ingebed. Lambertus noteerde 161 hoofdstukken in zijn inhoudstafel. Vaak betreft het louter lijsten van namen van pausen, volkeren, koningen, uitvinders, provinciën, stichters van steden, genealogieën en de roemrijke daden van de Graven van Vlaanderen en veel andere vorsten. De eschatologie (de leer van de laatste dingen) is nooit veraf en aan het einde der tijden lonkt een nieuw en hemels Jerusalem.
Lambertus was een aanhanger van de typisch middeleeuwse ‘reflex van de conservator’, of het verzamelen en behouden van wat voorheen opgeschreven werd. Nieuwe inzichten hoef je van Lambertus nauwelijks te verwachten. Maar een compilator kiest zijn bronnen en kiest de citaten die hij wil opnemen. Op die manier weerklinkt toch de stem van de auteur.
Dit prachtig zelfgeschreven manuscript is sowieso uniek, maar het is bovendien wellicht de oudste rijkelijk geïllustreerde encyclopedie. In dit boekwerk is het beeld net zo belangrijk als het geschreven woord. Niet alleen plaatst Lambertus zich in een lange traditie door zichzelf schrijvend uit te beelden in het begin van het manuscript, maar sommige beelden worden courant beschouwd als meesterwerkjes van Romaanse kunst.
Een heel typische voorbeeld hiervan zijn de bomen van deugden en ondeugden. Dit prachtige kunstwerk beslaat twee pagina’s waarbij de wortels van de bomen elkaar raken in de vouw van het boek. Moraal en natuurhistorie worden in één beeld gevat. De verschillende takken van de boom der deugden dragen verschillende bladeren die een specifieke deugd representeren, en vrouwelijke figuren in de respectievelijke medaillons. De kleurrijke boom wordt rechtstreeks geïdentificeerd met de Kerk der gelovigen. Diametraal tegenover deze bloeiende boom staat de dorre boom der ondeugden. Geen vrouwelijke representaties in de medaillons, enkel een tekstuele weergave van de diverse zonden. Zoals de deugden geïdentificeerd worden met de Kerk, zo uit het antisemitisme van Lambertus zich in de identificatie van de dorre vijgenboom met de Synagoge.
...in Gent
Sinds de 13de eeuw wordt de autograaf van het Liber Floridus bewaard in Gent: eerst in de Sint-Baafsabdij, later in de Sint-Baafskathedraal. Dat hoeft niet te verwonderen. Er waren behoorlijk wat uitwisselingen tussen Sint-Omaars en de Vlaamse steden.
Pierre de Goux et de Wedergaete, raadsheer van hertog Filips de Goede (1396-1467), liet overigens in de 15de eeuw een kopie van het werk maken. Ook andere kopieën tonen de invloed van dit geschrift in onze contreien aan.
Na de Franse Revolutie werd het handschrift geconfisqueerd en werd het opgenomen in de collectie van de Gentse Stadsbibliotheek. Kort na de stichting van de Universiteit Gent in 1817 werd het samen met de andere werken van de Stadsbibliotheek in erfpacht gegeven aan de Universiteit Gent.